The Pianist : Muzikant zonder trommelvlies
De Holocaust blijft grote regisseurs inspireren tot het draaien van onbetwiste meesterwerken. Spielberg deed het al met Schindler's List, en nu keert Roman Polanski terug naar zijn geboorteland (en naar zijn roots) om de oorlogsmemoires van de Poolse pianist Wladyslaw Szpilman te verfilmen. Het leverde hem in Cannes de Gouden Palm op, en terecht: The Pianist is een brok cinema die je recht naar de keel grijpt.
De gebeurtenissen in het getto van Warschau worden onverbloemd maar sober in beeld gebracht. Af en toe treden uit de somberbruine geschiedenis scènes naar voor die instant klassiek worden en bewijzen dat Polanski een van de allergrootsten is en blijft. We denken aan de door merg en been gaande minuten waarin Wladeks vader, net voor de deportatie, met zijn allerlaatste zloty's één karamel koopt en die in stilte verdeelt onder zijn hele gezin. Of aan de ondergedoken Wladek die Chopin speelt op de luchtpiano. Of aan de mortierinslag waarna Polanski bruusk de achtergrondgeluiden dempt en een snerpend gefluit de zaal in jaagt, zodat het even lijkt of je eigen trommelvliezen aan flarden zijn gerukt door de drukgolf. Meesterlijk. De Amerikaanse acteur Adrien Brody (de punker uit Spike Lee's Summer of Sam) levert een tour de force door het lichamelijk verval van Wladek doorheen de oorlogsjaren akelig realistisch weer te geven. Wladyslaw Szpilman stierf in 2000 in Warschau, op 88-jarige leeftijd. The Pianist is zo levensecht dat het misschien beter is dat hij 'm niet meer heeft kunnen zien.
(JC)